Fosfor
Fosfor speelt verschillende rollen in je lichaam. Het:
- is goed voor het skelet
- ondersteunt je energieniveau
- is het nodig voor het behoud van een sterk gebit
Waar zit het in
Fosfor komt bijna in alle voedingsmiddelen voor. Vooral in deze producten komt relatief veel fosfor voor:
- melk
- vis
- vlees
- brood
Ook wordt fosfor in de vorm van fosfaatzout als bindmiddel toegevoegd aan voedingsmiddelen.
Check de pagina ‘Waar zit het in’ voor meer informatie over vitaminebronnen en de bijdrage van deze vitaminebronnen aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).
Fosfor komt bijna in alle voedingsmiddelen voor. Voedingsmiddelen als melk, vis, vlees en brood bevatten relatief veel fosfor. Ook wordt fosfor in de vorm van fosfaatzout als bindmiddel toegevoegd aan voedingsmiddelen
Op de pagina ‘Waar zit het in?’ is meer informatie te vinden over de bronnen van fosfor en de bijdrage van deze bronnen aan de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH).
Hoeveel heb ik nodig
Volwassen hebben 550 mg fosfor per dag nodig. Een overzicht van de fosforbehoefte in de verschillende levensfasen is te vinden bij ‘Hoeveel heb ik nodig’.
Factoren die de opname van fosfor beïnvloeden
Je lichaam neemt minder fosfor op als je maagzuurremmende geneesmiddelen gebruikt die aluminium bevatten. Ook een hoge dosering van calciumcarbonaat zorgt voor een verminderde opname van fosfor. Calciumkarbonaat kun je ook kennen als krijgt en je vindt het in calciumsupplementen.
Wat is veilig
De maximaal veilige dosis fosfor is voor volwassenen 4.000 mg per dag. Dit komt overeen met ruim 2 kilo vlees of 4 kilo spinazie.
De gevolgen van een fosfor tekort
Omdat fosfor in bijna alle voedingsmiddelen voldoende aanwezig is, is een tekort aan fosfor bijna niet mogelijk. Een tekort aan fosfor kan onder meer leiden tot:
- anorexia
- bloedarmoede
- pijn in je botten
- een toegenomen gevoeligheid voor infecties
Bij kinderen in de groei kan het ook leiden tot verkeerde vorming van de botten.
De gevolgen van te veel fosfor
Te veel fosfor veroorzaakt een verhoogde botstofwisseling, wat bij ouderen de kans op botontkalking kan verhogen. Verder kan teveel aan fosfor de opname van ijzer, koper en zink belemmeren.